■ De batterij opladen
Deze hoofdtelefoon werkt met een interne, oplaadbare batterij die niet kan
worden verwijderd. Probeer de batterij niet uit het apparaat te verwijderen.
Daarmee zou u het apparaat kunnen beschadigen.
1. Zorg ervoor dat de Noka laderadapterkabel (CA-71) is aangesloten op de lader
die bij de hoofdtelefoon wordt geleverd. Als dat niet het geval is, sluit u het ene
uiteinde van de adapterkabel aan op de kabel van de lader.
2. Sluit de adapterkabel op de hoofdtelefoon aan.
3. Sluit de lader ACP-12 aan op een stopcontact,
of de lader LCH-12 op de accessoire-
aansluiting van uw auto. Tijdens het opladen
brandt het blauwe indicatorlampje.
De hoofdtelefoon wordt uitgeschakeld en kan
tijdens het laden niet worden gebruikt.
9
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
4. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen, gaat het blauwe lampje uit. Maak
de lader los van het stopcontact of de accessoire-aansluiting en van de
hoofdtelefoon. Als u de stekker van de lader uit het stopcontact haalt, moet u
aan de stekker trekken, niet aan het snoer.
Een volledig geladen batterij biedt capaciteit voor maximaal 6 uur gesprekstijd en
maximaal 110 uur standby-tijd. (In de stand-bymodus is de hoofdtelefoon
ingeschakeld maar vindt geen telefoongesprek plaats.)
Wanneer de batterij leegraakt, gaat het rode lampje aan. U moet dan de batterij
opladen.